Wat zijn de basis vaarregels?
- Blog
- 1 juli 2021
Vaarregels
Om de veiligheid op het water te kunnen waarborgen zijn er net zoals op de weg ook verkeersregels op het water. De vaarregels kunnen verschillen afhankelijk van het gebied waar je vaart of op wat voor vaartuig er gevaren wordt. Om de recreatievaart en beroepsvaart in ieder gebied zo gestroomlijnd en veilig te laten verlopen zijn er regels opgesteld die gebiedsgebonden zijn. In dit artikel zullen we het topje van de ijsberg van de vaarregels behandelen, zodat u op de hoogte bent van de belangrijkste basisregels op het water.
Anders dan op het land kennen we op het water een overkoepelende regel: Goed Zeemanschap.
Goed zeemanschap houdt in dat je altijd een aanvaring of gevaarlijke situatie probeert te voorkomen, dus zelfs als de voorschriften aangeven dat je voorrang hebt, kan het voorkomen dat wanneer de ander zich niet aan de voorschriften houdt, je toch uitwijkt.
1. Klein wijkt voor groot.
Klein wijkt voor groot is zoals de naam het zegt, kleine schepen wijken voor grote schepen. Dit is een goede vuistregel, maar niet altijd het geval. In sommige situaties is het mogelijk dat dit niet klopt. De reden achter deze regel is dat grote schepen vaak moeilijker manoeuvreren en minder snel stil liggen. Ook hebben grote schepen vaak een grote dode hoek, dus probeer altijd ver vrij te blijven als schipper van een kleinere boot. Grote schepen zijn overigens alle schepen langer dan 20 meter, en schepen die meer dan 12 passagiers mogen vervoeren. Een kleine veerpont geldt voor het BPR dan ook als groot schip.
2. Stuurboordwal gaat voor.
Als er sprake is van een gemarkeerde vaarweg, bijvoorbeeld een vaargeul (rode en groene tonnen) of een natuurlijk vaarweg (rivier/kanaal) gaat degene die strak stuurboordwal (rechterkant van het vaarwater) aanhoudt, voor. Dit geldt ook voor kleine schepen versus grote schepen. Wanneer u met uw jacht stuurdboordwal houdt in de vaargeul, moet een groot schip wat de vaargeul kruist u dus voorrang verlenen. Het is echter belangrijk om alsnog rekening met elkaar te houden.
3. Zeil gaat voor spier, gaat voor motor.
(Kleine) zeilschepen gaan voor op (door spierkracht aangedreven vaartuigen) roeiboten/kano’s, en deze gaan weer voor op (kleine) motorschepen.
4.Motorschepen onderling.
Degene die van stuurboord komt, gaat voor op open water zonder betonning. Bij tegengestelde koers wijkt men beiden uit naar stuurboord.
5. Zeilschepen onderling
Stuurboord wijkt voor bakboord
Dit betekent dat degene die zijn zeil aan bakboord heeft staan, voorrang heeft over degene die zijn zeil aan stuurboord heeft staan.
Loef wijkt voor lij.
Deze regel gaat op als zeilschepen elkaar kruisen en ze beiden het zeil over dezelfde boeg hebben staan. Het schip dat aan de loefkant (waar de wind vandaan komt) ligt t.o.v. het andere schip, moet voorrang verlenen.
Hulp nodig bij het kiezen?
Heeft u hulp nodig bij het kiezen van een abonnement? Maak dan gebruik van onze handige keuzehulp.
Inschrijven nieuwsbrief
Vul onderstaand formulier in om lid te worden van onze nieuwsbrief